dinsdag 14 februari 2012

Ayurveda over Prikkelbaar Darm Syndroom (PDS)

Ayurveda en Prikkelbaar Darm Syndroom

Door: Anil K. Mehta GAMS (Graduate of Ayurvedic Medicine and Surgery)

Bijna ieder mens heeft in zijn leven weleens last van zijn darmen. Dit kan variëren van lichte tot zeer ernstige klachten en van eenmalig, kortdurend tot chronisch. De klachten kunnen ontstaan door een griepvirus en gaan meestal gepaard met misselijkheid en diarree. Na een paar dagen rust, voldoende drinken en het houden van een dieet verdwijnen deze klachten meestal. Zo niet, of gaan deze klachten gepaard met hoge koorts dan dient een (Ayurvedisch) arts geraadpleegd te worden. Ook kunnen misselijkheid en darmklachten ontstaan na het eten van voedsel dat bedorven was of door onhygiënische toestanden bij het bereiden van voedsel. Denk hierbij aan een vieze keuken, ongewassen handen, niet voldoende wassen van groenten en fruit, etc. En er zijn uiteraard nog meer oorzaken voor buikpijn te noemen. We willen ons in dit artikel echter beperken tot het prikkelbare darm syndroom (PDS), de klachten die het hebben hiervan met zich meebrengt en de reguliere aanpak van dit syndroom. Maar eerst beginnen we met een beschrijving van de darmen en hun werking om een beter begrip te krijgen van hun functie.


Darmen
Het voedsel dat we eten komt via de mond en de slokdarm in onze maag terecht. Het voedsel wordt vermengd met maagsap. Per etmaal produceert onze maag circa anderhalve liter maagsap. Dit sap is erg zuur doordat het een hoge concentratie zoutzuur bevat. Tevens bevat het sap pepsine. Dit is een eiwitsplitsend enzym. De vertering van eiwit begint dan ook in de maag. Als de vaste voeding voldoende is verkleind kan de brij de maag verlaten. Dit gebeurt door peristaltische bewegingen van de maagwand en vervolgens gaat de brij via de maagportier of pylorus naar de twaalfvingerige darm. De lengte van deze darm bedraagt circa 20/25 centimeter.De twaalfvingerige darm (duodenum) is het eerste deel van de dunne darm. In deze darm monden de alvleesklierbuis (ductus pancreaticus) en de galbuis (ductus choledochus) uit. Hierbij worden vloeibare stoffen aan de inhoud van de darmen toegevoegd met de bedoeling om het zure maagsap te neutraliseren. Het slijmvlies van de dunne darm kan een zuur milieu niet verdragen. Het tweede deel van de dunne darm is de nuchtere darm (jejunum). De lengte van deze darm bedraagt ongeveer 2,5 meter. De nuchtere darm heeft zijn naam gekregen aan het feit dat bij iemand die overleden is dit gedeelte van de darm doorgaans leeg is. Het derde deel van de dunne darm is de kronkeldarm (ileum) en bestaat uit vele kronkels die voortdurend wisselen van vorm door de werking van de darmperistaltiek. De lengte van deze darm bedraagt ongeveer 3,5 meter. Bij de overgang van de kronkeldarm naar de blindedarm (caecum) zit een klep die ervoor zorgt dat de inhoud van de dikke darm niet terug kan vloeien naar de dunne darm.In de hele dunne darm spelen zich ingewikkelde chemische processen af. Hierbij spelen ook de enzymen die afgescheiden worden door de pancreas en uit de darmwand een rol bij de verdere vertering van het voedsel. In de darmen bevinden zich ook de darmsapklieren (crypten van Lieberkühn) die per etmaal circa 3 liter darmsap produceren. Als het voedsel voldoende verteerd is kunnen de voedingsstoffen opgenomen worden in het bloed (resorptie). Voor de ene voedingsstof zal dit al gebeuren in de twaalfvingerige darm en voor andere voedingstoffen pas aan het eind van de dunne darm (in de kronkeldarm). Dit is afhankelijk van de soort voedingsstoffen. Via de darmwand komen de voedingsstoffen in het bloed terecht. Dit kan rechtstreeks gebeuren of via het lymfevatenstelsel. De voedingsstoffen die via het bloedvatenstelsel opgenomen worden komen via de poortader eerst in de lever. De lever is in staat om eventuele schadelijke stoffen in de voedingsstoffen door een chemische omzetting vlug onschadelijk te maken. De wand van de dunne darm is voortdurend in beweging (peristaltische contracties) om de voeding zo fijn mogelijk te kneden. Deze beweging is ook noodzakelijk om de voedselbrij te transporteren in de richting van de dikke darm. Hoelang dit transport duurt is afhankelijk van de samenstelling van de voeding. Gemiddeld duurt het voedseltransport van maaguitgang naar het einde van de dunne darm twee tot vier uren. Wanneer de voedselbrij in de dikke darm terecht komt is hij meestal veranderd in een dunne waterige brij.

Wand van de dunne darm
De wand van de dunne darm wordt van binnen naar buiten gevormd door:
  • Mucosa: slijmvlies
  • Submucosa: bindweefsellaag met bloedvaten, lymfevaten en zenuwen
  • Muscularis: spierlaag die bestaat uit een laag kringspieren (aan de binnenzijde) en lengtespieren
  • Serosa: een bekledend laagje (peritoneum) dat uitsluitend voorkomt bij de darm en kronkeldarm
Het slijmvlies bezit vele plooien die dwars op de lengterichting van de dunne darm lopen. Op de darmplooien bevinden zich darmvlokken (villi). Darmvlokken zijn kleine, vingervormige uitsteeksels van het slijmvlies. De darmsapklieren liggen aan de voet van de darmvlokken en produceren per etmaal circa 2 tot 3 liter darmsap dat behalve water en slijm enzymen bevat die belangrijk zijn om de voeding om te zetten in belangrijke stoffen voor de opbouw en het gezond houden van ons lichaam. Het zijn ingewikkelde chemisch processen wat zich allemaal in de dunne darm afspeelt. Behalve de pancreasenzymen spelen ook enzymen uit de darmwand een rol bij de vertering van onze voeding. Door de darmwand kunnen de voedingsstoffen die essentieel zijn voor de opbouw en het gezond houden van ons lichaam worden opgenomen in het bloed. De opname hiervan begint voor sommige bestanddelen uit onze voeding al in de twaalfvingerige darm. Andere stoffen uit onze voeding daarentegen worden pas aan het eind van de dunne darm in de kronkeldarm (ileum) opgenomen. Via de darmwand komen de voedingsstoffen in het bloed terecht, hetzij rechtstreeks of hetzij via het lymfevatenstelsel. Stoffen die via het bloedvatenstelsel worden opgenomen komen via de poortader eerst in de lever terecht. De lever is in staat eventuele schadelijke stoffen in de voeding door een chemische omzetting onschadelijk te maken. De wand van de dunne darm is voortdurend in beweging. Dit is noodzakelijk om een zo goed mogelijk contact van de voedingsbrij met het dunne darmslijmvlies te maken. De samentrekkingen van de wand van de dunne darm worden peristaltische contracties genoemd en hebben een knedend en transporterend (richting dikke darm) effect. Het hangt van de samenstelling van het gegeten voedsel af hoe lang het transport van maaguitgang naar het einde van de dunne darm duur. Dit kan variëren van 2 tot 4 uur. Wat overblijft van de voeding is een dunne waterige brij die uiteindelijk in de dikke darm terechtkomt.

Dikke darm
De dikke darm (colon) heeft een lengte van ongeveer 1,5 meter. Het sterk geplooide slijmvlies van de dikke darm bevat eenlagige cilindrisch epitheel met heel veel slijmcellen. De voedingsbrij die vanuit de dunne darm in de dikke darm is aangekomen bestaat voornamelijk uit water, zouten en onverteerbare plantaardige stoffen. In de dikke darm wordt het grootste deel van het vocht aan de voedingsbrij onttrokken waardoor een min of meer stevige massa ontstaat. Op deze manier wordt de voedingsbrij omgevormd tot ontlasting (feces). Het uit de dikke darminhoud opgenomen water komt weer in de bloedbaan terug. Ook bij de dikke darm is het heel belangrijk dat het slijmvlies goed in contact komt met de voedingsbrij. Daarvoor zijn dus bewegingen van de darmwand nodig. Het gebeurt echter maar heel weinig dat de peristaltische contracties in de dikke darm in de richting van de anus lopen. Is dit wel het geval dan zou de inhoud van de dunne darm te snel naar de anus worden getransporteerd omdat de dikke darm dan te weinig tijd zou hebben om de ontlasting in te dikken waardoor er ernstige diarree zou ontstaan.

De meeste samentrekkingen in de dikke darm waarvan het spierweefsel glad is, zijn ringvormig. Zij veroorzaken tijdelijk een insnoering van de darm die een tiental seconden tot enkele minuten blijft bestaan. Deze insnoering kan zich over enkele centimeters verplaatsen richting anus of van de anus af (dus omgekeerde richting). De meeste insnoerende contracties planten zich helemaal niet voort. Zij doven op dezelfde plaats uit als waarop ze ontstaan zijn. (Dit in tegenstelling tot de bewegingen in de dunne darm.) Meestal voelt men deze contracties van de dikke darm ook niet. De contracties van de dikke darm gaan zoals bij de slokdarm, maag en dunne darm, gepaard met elektrische activiteit die door de gladde spiercellen zelf geproduceerd wordt. De gladde spiercellen zorgen ervoor dat er elektrische stroompjes vanuit de cel en naar de cel toe ontstaan. Glad spierweefsel verschilt op dit punt dan ook niet wezenlijk van spierweefsel dat dwarsgestreept is zoals alle skeletspieren en van hartspierweefsel. De elektrische activiteit van het maagdarmkanaal is doorgaans te zwak om met behulp van elektroden die op de huid geplakt worden, te kunnen registreren. De elektrische activiteit speelt een heel belangrijke rol bij het sturen van de bewegingen van het darmkanaalkanaal. Als in de elektrische activiteit afwijkingen voorkomen kan dit leiden tot afwijkingen in het bewegingspatroon. In de dikke darm leeft een groot aantal bacteriën die zorgen voor de rotting- en gistingsprocessen. Rotting wil zeggen: anaërobe afbraak van eiwitten waarbij de onaangenaam ruikende gassen ammoniak en waterstofsulfide ontstaan. De anaërobe afbraak van koolhydraten wordt gisting genoemd. (Anaëroben = bacteriën die zonder zuurstof leven.) Hierbij ontstaat onder andere melkzuur. Hoe meer onverteerbare plantendelen men eet, hoe meer gas gevormd zal worden in de dikke darm. Bijna iedereen kent de effecten na het eten van bonen, uien etc. Gasvorming is echter ook afhankelijk van de hoeveelheid en de soort van bacteriën die zich in de dikke darm bevinden. Normaal gesproken zijn de rottings- en gistingsprocessen met elkaar in evenwicht. De darmbacteriën (colibacteriën) zorgen bovendien voor de productie van enkele vitaminen (vitamine K en foliumzuur). Circa 6 keer per dag treedt en in de dikke darm een speciaal soort contracties (massacontracties) op waarbij ze een grote hoeveelheid ontlasting in de richting van de anus sturen. Soms wordt tijdens dergelijke contracties een lichte kramp in de buik gevoeld. Door de peristaltische bewegingen worden de fecale resten naar het rectum getransporteerd. Circa 20 uur na een maaltijd wordt de endeldarm met feces gevuld. Het bovenste deel van het rectum is verwijd (amulla recti) en doet dienst als reservoir voor de feces. Wanneer dit reservoir is gevuld ontstaat aandrang om zich te ontlasten van de inhoud. Van aandrang om te ontlasten wordt gesproken wanneer de inwendige sluitspier geopend is terwijl de uitwendige sluitspier nog gesloten is.

Anus
De anus bestaat uit twee sluitspieren (sfincters), te weten:
  • uitwendige sluitspier (dwarsgestreept en dus willekeurig)
  • inwendige sluitspier (gladde spier en dus onwillekeurig)
Bij het ontlasten ontspant de inwendige kringspier zich vanzelf. Dit gebeurt door een reflex. De uitwendige kringspier wordt door degene die zich ontlast bewust ontspannen op het toilet.

Feces
De feces die bij ontlasting uit het lichaam worden verwijderd bestaan uit:
  • voedselresten (o.a. cellulose)
  • water
  • slijm
  • bacteriën
  • afgestoten darmcellen
  • galkleurstoffen
  • zouten o.a. calciumzouten, fosfaten en ijzer
De kleur van de feces is afhankelijk van de voeding, bijvoorbeeld kastanjebruin als er vlees gegeten wordt, bruingeel als er vegetarisch gegeten wordt en goudgeel bij een zuigeling als hij borstvoeding krijgt. Uiteraard kunnen de kleuren variëren. Denk hierbij maar aan de kleur van feces na het eten van rode bietjes of na het innemen van Norit. De feces dient normaal gebonden te zijn. Dunne of zeer harde feces zijn niet goed en als dit veelvuldig voorkomt dient onderzocht te worden waardoor dit komt. Dit kan o.a. komen door te weinig beweging, verkeerde voeding, allergie, medicijngebruik, etc.

Autonome zenuwstelsel en maagdarmkanaal
De samentrekkingen van het maagdarmkanaal treden vanaf de bovenste slokdarmkringspier volledig automatisch op. Deze samentrekkingen worden gestuurd door het autonome zenuwstelsel. Dit is het deel van het zenuwstelsel dat zich onttrekt aan de beïnvloeding door onze wil en bevindt zich deels in de hersenen en in het ruggenmerg maar ook deels in de darmwand zelf. Er bevinden zich miljoenen zenuwcellen in de wand van het maagdarmkanaal die via hun uitlopers in nauw contact staan met elkaar. Ze regelen zelfstandig veel functies van de maag en de darmen. De details van de darmfunctie worden niet geregeld door het centrale deel van het autonome zenuwstelsel maar bepaalt wel de grote lijn. Bijvoorbeeld: als iemand erg nerveus is omdat hij/zij een sollicitatiegesprek heeft of een examen moet doen, kan via de hersenen en via de kernen van het autonome zenuwstelsel de darmfunctie beïnvloed worden met als gevolg darmkrampen en/of diarree.

Het autonome zenuwstelsel wordt onderscheiden in:
  • het parasympathische zenuwstelsel
  • het sympathische zenuwstelsel
Als er sprake is van een normale omstandigheid zijn deze beiden in evenwicht met elkaar. Als er sprake is van een ontspannen situatie overheerst de activiteit van het parasympathische zenuwstelsel. Bij activiteit zoals stress en angst, overheerst het sympatische zenuwstelsel. Het autonome zenuwstelsel houdt rekening met de inhoud van de darm bij de besturing van de darmfunctie. In de darmwand bevinden zich verschillende typen van zenuwcellen de zogeheten receptoren, die gevoelig zijn voor rek. Andere receptoren kunnen de zuurgraad van de darm als het ware voelen en weer andere receptoren bepaalde aminozuren. O.a. door deze receptoren wordt het zenuwstelsel in de darmwand voortdurend geïnformeerd over wat zich in de darmen bevindt. De bewegingen van de darmen worden daar steeds op aangepast afhankelijk van bijvoorbeeld hetgeen er gegeten wordt.

Darmflora
Darmflora is een verzamelnaam voor alle bacteriën die voorkomen in onze darmen. Deze bacteriën zijn erg belangrijk voor een goede gezondheid. In onze darmen bevinden zich zeer veel bacteriën die voordat zij met de ontlasting de darmen verlaten ongeveer 24 uur in onze darmen blijven. Zij kunnen zich vermeerderen en in leven houden met slijm, dode cellen die afkomstig zijn van de darmen en met niet verteerde voedselresten. De darmflora kan verstoord worden door bijvoorbeeld het gebruik van antibiotica en andere medicijnen maar ook door zogeheten reizigersdiarree (veel mensen krijgen last van diarree als ze in warme landen op vakantie zijn), door het eten van bedorven voedsel, door een wisselend ontlastingspatroon (diarree/obstipatie). Het gebruiken van probiotica kan een gunstige invloed hebben op de darmflora. Denk hierbij aan producten waaraan het is toegevoegd zoals Yakult of Mona Vifit. Probiotica (lactobacillus) zijn melkzuurbacteriën die het maagzuur en de gal weten te overleven en die in de darm een positieve en/of een herstellende werking op de darmflora hebben. Ook bij een wisselend ontlastingspatroon zoals bij PDS dit het geval kan zijn, kan het gebruik van probiotica een goed effect hebben.

Er zijn ook prebiotica. Dit zijn voedingsbestanddelen die onverteerbaar zijn en een gunstige invloed hebben op de samenstelling van de darmflora. Vooral de stoffen inuline en fructo-oligosacchariden dragen hun steentje hier aan bij. De oligosacchariden die in planten voorkomen zijn dikwijls niet verteerbaar in het eerste gedeelte van het spijsverteringskanaal van mensen en worden doorgaans beschouwd als voedingsvezel. Oligosacchariden komen voor in o.a. prei, wortel, ui, tarwe, knoflook en asperges. Oligosaccharariden kunnen ook chemisch gemaakt worden waarna ze aan diverse voedingsmiddelen kunnen worden toegevoegd. Oligosacchariden hebben een paar belangrijke effecten op de darmflora die voor een groot deel plaats vinden in het caecum (begin van de dikke darm) waar de meeste bacteriën actief zijn. Ze bevorderen de groei van de Bifidobacteria en andere zuurvormende bacteriën en ze gaan de groei tegen van pathogene (ziekteverwekkende) bacteriën.

PDS - prikkelbare darmsyndroom en de symptomen
De meest voorkomende klachten die PDS kunnen geven zijn buikpijn en problemen met de stoelgang. Er zijn mensen die hier chronisch last van hebben maar andere mensen hebben er soms maandenlang geen last van en dan weer wel. Dit verschilt van persoon tot persoon. Evenals de klachten die deze mensen hebben kunnen verschillen van ernstig tot licht. De pijn kan variëren van zeurende tot stekende of brandende pijn. Ook de plek waar de pijn in de buik het duidelijkst wordt gevoeld is per patiënt verschillend. Het meest wordt de pijn echter in de linkerkant van de onderbuik gevoeld op de plaats waar zich het nauwste gedeelte van de dikke darm bevindt (sigmoïd). Spastische samentrekkingen van de darmwand kunnen op deze plek makkelijk een tijdelijke afsluiting van de darm veroorzaken. Maar – om misverstanden te voorkomen – de pijn die behoort bij PDS kan op iedere plek in de buik gevoeld worden, zelfs hoog in de bovenbuik, bijvoorbeeld in de maagstreek. Daardoor is het niet altijd even makkelijk om een juiste diagnose te stellen omdat nogal eens in eerste instantie gedacht wordt bijvoorbeeld aan een maagzweer. Veel patiënten die last hebben van PDS zullen merken dat de pijn nadat ze zich hebben ontlast minder is geworden of zelfs geheel verdwenen is. Deskundigen denken dat met het leegmaken van de dikke darm een belangrijke prikkel voor het ontstaan van de krampen weggenomen is. Bij patiënten die PDS hebben is de ontlasting nogal eens hard of onregelmatig (obstipatie). Echter niet iedereen die last heeft van obstipatie heeft PDS. Aan obstipatie kunnen ook andere oorzaken ten grondslag liggen. De oorzaak van obstipatie bij PDS ligt aan een abnormaal bewegingspatroon van de dikke darm. De wand van de dikke darm kan te veel vocht aan de ontlasting onttrekken waardoor deze hard wordt. Deze hard geworden ontlasting kan aambeien veroorzaken of kleine kloofjes in de anus. Het komt echter ook regelmatig voor dat iemand met PDS afwisselende periode heeft van verstopping en diarree. De doorgang van de ontlasting door de dikke darm gaat dan of te snel of te langzaam. Er zijn ook mensen met PDS die bijvoorbeeld ‘s morgens harde ontlasting hebben en overdag diarree. De diarree is meestal niet van ernstige aard en ook niet van grote hoeveelheden. Uiteraard zijn er ook andere oorzaken voor het krijgen van diarree zoals chronische ontstekingsziekten in de darm, intolerantie voor melksuiker, etc. Maar onderzoek zal deze oorzaken moeten uitsluiten. Ook zijn er patiënten die zich ‘s nachts moeten ontlasten. Hierdoor kan er een tekort aan slaap ontstaan. Soms bevindt zich in de ontlasting ook slijm. De oorzaak hiervoor is dat door de heftige samentrekking van de darm en de harde ontlasting het slijmvlies dat de binnenkant van de darmen bekleedt, geïrriteerd kan raken en extra slijm gaat afscheiden. Dit slijm vermengt zich onvoldoende met de ontlasting waardoor het duidelijk zichtbaar wordt aan de buitenzijde van de ontlasting. Het slijm kan echt ook sterk indikken waardoor het de vorm van vellen gaat aannemen. Uiteraard kan dit verschijnsel angst veroorzaken voor een ernstigere ziekte dan PDS. Maar in de meeste gevallen is dat zeker niet het geval. Bij mensen die last hebben van PDS komen nogal eens andere maagdarmklachten voor. De pijn in de bovenbuik kan bij hen veroorzaakt worden door stoornissen in de bewegingen van de maag en/of de dunne darm en mogelijk ook van de galwegen. Nader onderzoek zal dit moeten uitmaken.

Maagzuur of zuurbranden – een brandend gevoel achter het borstbeen – komt ook nogal eens voor bij mensen die PDS hebben. Dat dit ook regelmatig voorkomt bij mensen die daar geen last van hebben spreekt voor zich. Last van maagzuur is een bekend verschijnsel bij nogal wat mensen. Van mensen met PDS is bekend dat circa 30% vrijwel dagelijks last heeft van zuurbranden. Meestal wordt maagbranden veroorzaakt doordat de zure maaginhoud terugstroomt in de slokdarm (reflux). Dit kan in ernstige gevallen aanleiding geven tot het ontstaan van een ontsteking van het slijmvlies van de slokdarm (oesophagitis). Ook kunnen er dyspeptische (= gestoorde spijsvertering) klachten optreden bij mensen met PDS die zich kunnen uiten in misselijkheid, overgeven en/of een snel optredend gevoel van vol zijn tijdens de maaltijd. Deze klachten worden voor een groot deel zeer waarschijnlijk veroorzaakt door bewegingsstoornissen van de maag en het eerste deel van de dunne darm. Onderzoekers hebben inmiddels ook ontdekt dat de snelheid waarmee de maag zich ontledigt bij mensen die PDS hebben, nogal eens vertraagd is. Een opgeblazen gevoel in de buik en last van winderigheid kunnen ook voorkomen bij PDS. Bij ieder mens wordt gas in de dikke darm door de daar aanwezigen bacteriën geproduceerd maar bij PDS kan deze gasvorming heel vervelend zijn. Doordat de ontlasting bij PDS zich nogal eens kan ophopen waardoor het langer in de dikke darm blijft, is de afbraak van onverteerbare voedselresten door de bacteriën zeer waarschijnlijk ook intensiever met alle onaangename gevolgen vandien. Ook het zogeheten inslikken van lucht (aerofagie) kan een rol spelen bij een toegenomen gasproductie bij mensen met PDS. Ieder mens slikt tijdens het eten en het praten lucht in. Door het laten van boeren en winden verdwijnt die lucht uit het lichaam. Ook wordt een deel van die lucht in de darmen opgenomen en aan de bloedvaten afgegeven. Maar bij een aantal mensen kan de hoeveelheid opgenomen lucht zo groot zijn dat dit tot problemen kan gaan leiden zoals bij mensen met PDS. Naast alle bovengenoemde symptomen van PDS kunnen er nog meer klachten optreden zoals pijn in de gewrichten, lage rugpijnen, hoofdpijn, moeheid, problemen met plassen, onregelmatige menstruatie. Voor een aantal van deze klachten zijn niet altijd medische verklaringen te vinden.

PDS en de oorzaken
Het is al langere tijd bekend dat een afwijkend bewegingspatroon van de dikke darm een oorzaak is voor het prikkelbare darmsyndroom. Bij heel veel mensen met PDS zijn de samentrekkingen (krampen) van de spieren in de wand van de dikke darm te sterk. Men spreekt dan ook van een spastische colon of spastische dikke darm. Dikwijls komen ze in het linkerdeel van de dikke darm voor maar dikwijls ook in het sigmoïd (het nauwste deel van de dikke darm). Door deze spastische samentrekkingen kan de dikke darm makkelijk afgesloten worden waardoor er verstoppingen kunnen ontstaan. Onderzocht dient te worden waardoor die spastische samentrekkingen ontstaan. De oorzaken van PDS zijn nog niet precies allemaal bekend. Zeer waarschijnlijk zijn er meerdere factoren in het spel die PDS kunnen veroorzaken. Deze factoren zullen verschillen van patiënt tot patiënt.


De bekendste factoren zijn:

  • voeding
  • stoornissen in de beweging in het maagdarmkanaal
  • psychosociale factoren
  • een verlaagde pijndrempel in het maagdarmkanaal
Voeding
Onze voedingsgewoonten zijn de afgelopen decennia aanzienlijk veranderd. In de jaren voor de tweede wereldoorlog aten de meeste mensen ongeraffineerde koolhydraten in de vorm van aardappelen, brood, granen en peulvruchten. Hierin zaten veel voedingsvezels. Vlees werd er niet veel gegeten omdat dat voor de meeste mensen te duur was. Ook werd er nauwelijks gesnoept. Het was voor veel mensen niet verkrijgbaar en als het er was, was het duur. Na de tweede wereldoorlog veranderde het voedingspatroon door de toenemende welvaart en de industrialisatie. De ongeraffineerde koolhydraten werden voor een groot deel vervangen door vet en eiwit. Tegenwoordig eten de meeste mensen iedere dag vlees, vis of een vegetarische vervanging bij hun maaltijd. Er wordt over het algemeen minder brood, minder groente en minder fruit gegeten maar meer voeding waarin vetten en suiker is verwerkt. Vooral wordt er gebruik gemaakt van kant en klare voeding, voorbewerkte voeding en/of fastfood (patat, kroketten, pizza’s, shoarma, etc.) Ook wordt er behoorlijk wat alcohol (zit ook suiker in) gedronken en buiten de maaltijden om wordt er allerlei snacks naar binnen gewerkt waar ook weer de nodige vetten en suikers in zitten. Voor een goede en gezonde werking van de darmen is het noodzakelijk dat er meer voedingsvezels worden gegeten. Hiermee kan obstipatie voorkomen worden en voedingsvezels helpen de ontlasting bij diarree te binden. Naast het eten van voldoende voedingsvezels (circa 30 gram per dag) is het verstandig per dag anderhalve tot twee liter water te drinken bij de normale kopjes koffie/thee die normaal gedronken worden. Dit zorgt voor een gezonde ontlasting en werkt gunstig op een juiste samentrekking van de darmen. Vezels in de voeding zijn zeer belangrijk omdat ze vocht aantrekken waardoor de ontlasting zachter en omvangrijker wordt. Hierdoor worden de darmen geprikkeld om te bewegen. Ook zorgen de vezels ervoor dat de darmwand geprikkeld wordt waardoor er gassen ontstaan. Hierdoor kan de ontlasting sneller door de darm geduwd worden. Er zijn oplosbare voedingsvezels. Die zitten ondermeer in groente, fruit en peulvruchten en niet oplosbare voedingsvezels. Die zitten ondermeer in granen. De niet oplosbare voedingsvezels laten het volume van de ontlasting sterker toenemen dan de oplosbare vezels. Daarnaast zijn er grove vezels die o.a. zitten in zemelen, volkoren producten, muesli, roggebrood, groenten die vezelig zijn, noten. En er zijn fijne vezels die o.a. zitten in groente en fruit, havermout, griesmeel, bruinbrood, volkoren producten, aardappelen. Veel mensen die willen lijnen denken er verstandig aan te doen om minder brood te eten. In de praktijk is echter gebleken dat men van bruinbrood niet dik wordt. Wel van de margarine en het beleg wat er op wordt gedaan. Iedere dag een bepaalde portie brood eten is verstandig omdat brood rijk is aan voedingsvezels.

Stoornissen in de beweging in het maagdarmkanaal
Stoornissen in de beweging in het maagdarmkanaal kunnen ondermeer komen door afwijkingen in de gladde spiercellen in de darmwand, door een abnormale sturing door hormonen of door een abnormale sturing door het autonome zenuwstelsel. De samentrekkingen van de gladde spiercellen van het maagdarmkanaal worden o.a. veroorzaakt door elektrische signalen. De werking van deze elektrische activiteit is heel ingewikkeld mede doordat een enkele gladde spiercel van het maagdarmkanaal verschillende soorten elektrische activiteit kan vertonen. Een van deze soorten van elektrische activiteit (elektrische stuuractiviteit) bepaalt het ritme waarin de samentrekkingen van het maagdarmkanaal plaatsvinden. Deze activiteit is in de dikke darm nogal onregelmatig. Veel mensen met PDS ervaren een toename van pijn na het gebruiken van een maaltijd. Er is nog altijd geen afdoende medische verklaring gevonden voor deze toename van pijn. Mogelijk dat de reactie van de dikke darm op het nuttigen van een maaltijd hierbij een rol speelt omdat na een maaltijd de samentrekkingen van de dikke darm toenemen. Maar het hoe, waardoor en waarom is nog steeds niet helemaal duidelijk. Mogelijk speelt een gestoord functioneren van het autonome zenuwstelsel een rol op een gestoorde beweging in het maagdarmkanaal. Evenals de invloed van psychische factoren. Maar ook hiervoor is nog geen afdoend en overtuigend bewijs te leveren.

Psychosociale factoren
Zoals reeds eerder in dit artikel is opgemerkt, heeft psychische stress een prikkelende werking op ons hele lichaam dus ook op de darmen (bijv. stress voor sollicitatiegesprek met als gevolg last van diarree). Ook acute stresssituaties (bijv. een ongeluk of het zien gebeuren daarvan) kunnen verantwoordelijk zijn voor een aanval van PDS. Maar ook een andere ziekte zoals bijv. griep kan aanleiding zijn voor een aanval van PDS als de psychische weerstand door die griep tijdelijk wat verminderd is. Eveneens kan langdurige stress bijv. door werkdruk of werkeloosheid voor ontregeling zorgen van een gezond bewegingspatroon in het maagdarmkanaal. Maar ook factoren zoals roken, het drinken van teveel alcohol, een onregelmatig levensritme, ongezonde eet- en leefgewoonten, slechte relaties, het overlijden van een dierbaar iemand, financiële zorgen etc. kunnen van invloed zijn op de werking van onze darmen.
Het is belangrijk om de oorzaak of oorzaken van een slechte spijsvertering te achterhalen en waar mogelijk veranderingen in het leven aan te brengen eventueel met behulp van een (Ayurvedische) arts of andere deskundige.

Een verlaagde pijndrempel in het maagdarmkanaal
Inmiddels is bekend dat mensen met PDS een gevoeliger maagdarmkanaal hebben dan mensen die er geen last van hebben. Waardoor dit zo is, is niet bekend, maar ervan uitgegaan wordt dat een veranderde functie van het zenuwstelsel van de darm hierbij een rol speelt. Veel mensen met PDS hebben ook last van spastische samentrekkingen van de darm en in combinatie met een verlaagde pijndrempel kan dit ook voor behoorlijk wat pijnklachten zorgen. Dat mensen met PDS over hun hele lichaam een verlaagde pijndrempel hebben is niet waar. De verlaagde pijndrempel beperkt zich doorgaans bij hen tot het maagdarmkanaal. Ze zijn dus niet kleinzeriger dan mensen die geen PDS hebben.

Is PDS erfelijk?
In sommige families kan het voorkomen dat meerdere personen last hebben van PDS. Tot nu toe is nog niet vastgesteld of PDS erfelijk is of dat het berust op psychosociale factoren. Mogelijk dat een overprikkelbaarheid van het maagdarmkanaal en een verlaagde pijndrempel voor een deel erfelijk zijn maar het is ook heel goed mogelijk dat er in bepaalde families sommige psychische eigenschappen die kunnen bijdragen aan het ontstaan van PDS erfelijk bepaald zijn.

Hoe wordt PDS vastgesteld?
Uit onderzoeken door wetenschappers is gebleken dat er zes symptomen zijn die voor kunnen komen bij mensen met PDS, te weten:
  • vermindering van buikpijn na het zich ontlasten
  • een zichtbaar opgezette buik tijdens het hebben van buikpijn
  • meer slijmafscheiding in de ontlasting
  • het gevoel dat de darm niet voldoende geledigd is na het ontlasten
  • dunnere ontlasting aan het begin van een periode met buikpijn
  • frequentere ontlasting aan het begin van een periode met buikpijn
Naast bovengenoemde symptomen kan er ook een lichamelijk onderzoek plaatsvinden. Dit onderzoek kan bestaan uit:
  • Laboratoriumonderzoek (bloed en/of ontlasting) om ontsteking van de darmen uit te sluiten. Ook kan er een lactose-tolerantietest uitgevoerd worden om vast te kunnen stellen of er geen sprake is van het niet goed kunnen verdragen van melkproducten.
  • Röntgenonderzoek. Bij dit onderzoek worden er foto’s van de dikke darm gemaakt. Bij dit onderzoek moeten de darmen door middel van een drank met laxerende werking en een klysma worden schoongemaakt waarna de röntgenoloog via de anus en de endeldarm bariumpap in de dikke darm laat lopen. Door deze pap kan hij op een beeldscherm en op de röntgenfoto de dikke darm goed zien en er een duidelijk beeld van krijgen.
  • Endoscopie kan ook tot de mogelijke onderzoeken horen. Dit is een onderzoek waarbij door middel van een speciaal daarvoor ontwikkelde instrument binnen een orgaan gekeken kan worden. Er zijn verschillende vormen van edoscopisch onderzoek van de dikke darm mogelijk, te weten: rectoscopie, sigmoïdoscopie en darmscopie maar het voert in dit artikel te ver om daar uitgebreider op in te gaan.
Ziekten die op PDS lijken
De symptomen van een aantal ziekten lijken verdacht veel op die bij PDS. Nader onderzoek is dan ook altijd verstandig om precies vast te kunnen stellen of er sprake is van PDS of één van de andere ziekten omdat iedere ziekte zijn eigen specifieke behandeling behoeft.

Ziekten waarvan de symptomen nogal lijken op die van PDS, kunnen zijn:
  • Lactose-intolerantie. Hierbij wordt de melksuiker in de dunne darm onvoldoende verteerd en komt er een deel onverteerd in de dikke darm terecht. De bacteriën in de dikke darm zullen de melksuiker gaan vergisten waardoor er darmkrampen, diarree, winderigheid en gerommel in de buik kan optreden
  • Infecties van het maagdarmkanaal. Deze kunnen veroorzaakt worden door bacteriën, parasieten en virussen, colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn. Deze worden ziekten worden inflammatory bowel disease (ontstekingsziekte van de darm) genoemd. De oorzaak van deze ziekten is tot nu toe onbekend. Zij gaan gepaard met:
  • ontsteking van het slijmvlies van de dikke en/of de dunne darm.
  • overgevoeligheid voor gluten (tarwebestanddeel).
  • chronische ontsteking van de alvleesklier (pancreas). Bij deze ziekte kan er een groot tekort ontstaan aan de in de alvleesklier gemaakte enzymen waardoor de vertering van vetten, eiwitten en koolhydraten onvoldoende gebeurd. Hierdoor kunnen er diarree en buikkrampen ontstaan.
  • tumor in het maagdarmkanaal.
Westerse medische behandeling bij PDS
Het is belangrijk dat er bij darmklachten een juiste diagnose wordt gesteld om de patiënt op de juiste manier te kunnen behandelen. Als PDS is vastgesteld is dit voor veel mensen met darmklachten een hele opluchting dat er geen sprake is van een ernstige of levensbedreigende ziekte. Dit neemt niet weg dat de klachten die bij PDS kunnen horen als heel storend, ingrijpend en vervelend worden ervaren. De behandeling bij PDS kan bestaan uit een dieet dat bestaat uit een vezelrijke, gezonde en evenwichtig samengestelde voeding, medicijnen zoals laxeermiddelen bij obstipatie, middelen tegen diaree als er sprake is van veelvoorkomende diarree, pijnstillers, kalmerende middelen of antidepressiva, krampwerende middelen en als er eveneens sprake is van psychische problematiek waardoor PDS veroorzaakt of verergerd wordt, een eventuele doorverwijzing naar maatschappelijk werk of psycholoog. Daarnaast is het voor mensen die last hebben van stress heel belangrijk om te proberen stressvolle situaties zoveel mogelijk te vermijden en ontspanningsoefeningen te doen. Dit kunnen bijvoorbeeld yoga oefeningen zijn. Voldoende lichaamsbeweging is voor ieder mens aan te raden en dus ook voor mensen met PDS. Mensen met PDS moeten er voor waken niet oververmoeid te raken en op tijd rust te nemen.

Conclusie
In de darmen vinden heel complexe processen plaats waar weleens iets mis mee kan gaan. Het blijkt dat een gezonde, evenwichtig samengestelde, vezelrijke voeding van zeer groot belang is voor een gezonde en juiste werking van het maagdarmkanaal. O.a. ongezonde voeding en psychische stress hebben een ontregelende werking op de darmen wat op den duur kan leiden tot allerlei afwijkingen en ziekten. Als er sprake is van darmklachten die vaker voorkomen is het altijd heel belangrijk om deze door een arts te laten onderzoeken. Een leek kan immers niet weten of het om een ‘onschuldige’ dan wel om een levensbedreigende ziekte gaat. Als de oorzaak is gevonden, kan er met behandelen worden begonnen. Als de diagnose PDS is vastgesteld zijn er meerdere mogelijkheden om deze ziekte adequaat te behandelen. Het is van groot belang dat degene die aan PDS lijdt zelf actief en bewust meewerkt door een gezond eet- en leefpatroon om de klachten te verminderen en er zelfs van af te komen op den duur.

Dit artikel is geschreven door de Ayurvedische arts Dhr. Mehta (GAMS/BAMS).
Op de inhoud van dit artikel rust auteursrecht en deze inhoud mag alleen naar schriftelijke toestemming van de auteur gebruikt worden.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten